2016.08.14
In 2003 zei de toenmalige Algemene Overste van de Dominicanessen Maria Theresa, te Mosul over de jonge zusters: „Het zijn Dochters van de oorlog. Ze hebben hun leven nog niet anders dan in oorlog doorgebracht.” En: „We moeten regelmatig een feest hebben. Anders houd je dit leven niet humaan vol.”
De afgelopen week was zo’n week die me dat gezegde in herinnering bracht. Oorlog en feest waren dicht bij elkaar. Niet op dramatische wijze voor mij en mijn gastgevers. Maar het maakte de feesten wel vierdimensionaal. Voor die feesten was ik naar Kirkuk besteld, werd ik uitgenodigd mee te reizen naar Alcosh, vlak bij Mosul, en werd ik terug besteld naar Kirkuk. Vooral die laatste bestelling ging gepaard met dwang en nervositeit.
Eerste Communie:
De zomervakantie is de tijd van de Eerste Communie in de Chaldeeuws katholieke kerk. De zomervakantie: dan hebben de kinderen lange tijd vrij, en daarmee tijd voor een intensieve voorbereiding. En voor familie is het eenvoudiger van ver te komen aanreizen om erbij te zijn.
Eerste Communie is een groot feest in deze kerk. Een feest waar een bisschop bij hoort te zijn, eventueel zelfs de Patriarch. Zonder bisschop is ondenkbaar.
Jawel, ik ben hier in het land (de kerk) waarvan Pater Najeeb o.p. tegen Thimoty Radcliff o.p. grapte in januari 2015 die vertelde een aantal bisschoppen te hebben ontmoet in Bagdad: „Dat is eenvoudig. We hebben hier meer bisschoppen dan priesters!”
Een bisschop heeft de verantwoordelijkheid voor twee of drie steden. „Mijn bisschop” heeft zes priesters, waarvan er één een bisschop-titulair is. Hij „heeft” vijf kerken en een klooster. Vijf kerken met een Eerste Communiefeest, dat past precies in de zomertijd. De feesten zijn op vrijdag, de maatschappelijke vrije dag van de week.
Behalve wat katholieken herkennen als feest van de Eerste Communie, waren er een paar aardige bijzonderheden: in het hele bisdom is de kleding van de feestelingen dezelfde, jongens en meisjes. Een soort dunne witte pij. De meisjes nog een ‚bloemenkransje” met sluiertje op het hoofd. Ontwerp van een designer. Verdere bijzonderheid: de communie wordt dus aan de kinderen en hun ouders uitgereikt door de bisschop. En dán: elk kind apart met bisschop en ouders op de foto. De foto krijgen ze cadeau. Foto van formaat, niet zo’n plaatje als boekenlegger.
In de kathedraal 48 kinderen. In Suleymania 24 kinderen. In Sikanian 150 kinderen! De bisschop dus 150 maal op de foto… in steeds andere familieformatie. Het is ook niet zo duidelijk of de bisschop (in vol ornaat!, 50 graden buiten) de regie hééft danwel er slachtoffer van is. Hij doet het lachend, maar aan het einde is de uitputting zichtbaar.
De uitnodiging naar Alcosh was bijzonder. De reis ook. Zuster Jumna o.p. vroeg me op zaterdag spontaan of ik mee wilde, zondagmorgen weg. Maandagavond terug. We gingen het bisschop Mirkis vragen, of dat kon. Een probleem: ik moest en zou maandag om 17.00 uur terug zijn. want dan was er een grote plechtigheid met de Patriarch, de opening van een nieuwe „Lourdesgrot”. Bisschop Mirkis heeft ontdekt dat ik goede filmpjes maak. Journalistiek was zijn vak, hij is gevoelig voor beeldgebruik. Dus ik móest. Wel, de patriarch zou in Alcosh zijn, ik moest met hem dan maar meteen na de plechtigheid mee terug rijden… Onder die voorwaarde mocht ik mee met zuster Jumna. Na terugkeer zou ik tegen Mirkis zeggen dat ik het gevoel kreeg van een soort Madurodam-kerk. Waarop hij lachend zei: „En met een Madurodam-patriarch!” Aan dit soort gebeurtenissen onderga ik het kleine formaat van het kerkgenootschap, en meteen ook het andere karakter: niet hiërarchisch, maar één grote familie met een familiehoofd.
De reis naar Alcosh:
Naar Erbil ging in een ‚taxi’. Bij familie werd een stop gemaakt. Wachten op een ander gezin van de familie dat met taxi werd aangevoerd. Toen met zes mensen in een volgende taxi op naar Alcosh. Inclusief chauffeur zaten we met 7 personen in een gewoon personenautootje. Vier volwassenen op de achterbank. We kwamen er, dus het ging. De chauffeur was een Koerd, de vier controleposten gingen dan ook snel. Bij de laatste groette hij de soldaat hartelijk, het was zijn neef. Koerdistan ook een Madurodam-staatje?
We reden naar Dohuk. Bij weer een ander gezin een middagmaaltijd innemen. In een grotere eigen wagen, met elf mensen, nu naar Alcosh. De vader reed voor mij langs de grote dam van Dohuk, met het stuwmeer. Niet in een rivier, maar regenwater en bronwater uit de bergen komt er samen.
Naar Alcosh betekende, dat we Mosul zagen liggen. We zagen ook het grote stuwmeer bij Mosul. In Alcosh logeerden we in het huis van het feestelingetje. Dochtertje in een gezin dat augustus 2014 hals over kop Caracosh verliet, en in Alcosh terechtkwam. Sinds vier maanden huren ze het huis waar we nu zijn. De man is hard bezig een eigen kruiden/groententuin te maken. Huis met terrein aan de rand van deze „enige christelijke stad” die niet in handen van ISIS is.
Ik móest nog mee om voor donker de grotten in de bergen te zien, kluizenaarswoningen sinds de tweede eeuw. Nu pelgrimsoord. In die bergen rond Alcosh zijn ongeveer 400 grotten, in de toptijd elk bewoond door twee kluizenaars.
Dan eten met een familie van 20 mensen: oorspronkelijk 8 broers en 6 zussen. Eén broer stierf in de oorlog Iran-Irak. Precies een jaar na de oorlog stierven drie boers en vier vrienden tegelijk: ze gingen zwemmen in de rivier en kwamen niet terug. In een land met zoveel ‚martelaren’ is verdrinken niet de goede dood voor mannen. 1987. Het drukt tot op heden op de familie als ze het vertellen. Ik vermoed bovendien dat ook in dit christelijke gezin het verlies van zonen een stuk zwaarder weegt dan het verlies van een paar dochters. Ik vrees dat dit geen boosaardige gedachte is…
Slapen, huis vol mensen. Zr. Jumna en ik op het dakterras, dat is relatief fris. Vóór de tijd van de airco sliep iedereen in de zomer op het dakterras. ’s Morgens alle hens aan dek om iedereen in feestkledij te krijgen, huis opgeruimd voor straks het feest. 8.00 Uur de Eucharistieviering. Zr. Jumna en ik lopen naar de kerk. Volle bak, zeer volle bak. Ik maak korte filmshots, kan er niet goed bij en wil met mijn „Amerikaanse” gezicht niet overal doordringen. Maar als Patriarch Sako het welkom doet, kan ik tot achter de zittende feestelingen komen voor mijn filmpje, en hij zegt midden in zijn verhaal „Welcome sister”. Ik, die niet probeer op te vallen.
Zuster Jumna is na de viering doodnerveus, ze moet me in de auto van de Patriarch krijgen. Op dus naar het bisschopshuis, daar is een ontbijt. Enorme hal met enorme tafel voor 70? 80? mensen. Ze poot me bij een bord, en spreekt de Patriarch aan. Ik hoor in het Engels: „Now, in 15 minutes…”
We stappen meteen op om mijn bagage op te halen. Tien minuten later zijn we terug, de patriarch heeft zijn ontbijt al achter de kiezen, zijn geleide wacht in de hal op hem.
Als hij komt, stiefelt hij direct op mij af en zegt: „Zuster, u moet de dochter van deze man helpen. Hij is mijn vriend, hij woont hier vlakbij. Daarna komt u met een taxi naar Erbil, betaal ik, daar vertrek ik om 16.00 uur naar Kirkuk!” Zr. Jumna is erg nerveus: „Dat kan niet, ze moet echt naar Kirkuk.” „Vier uur, ze wordt gebracht; niet met een taxi, dat kan niet kennelijk. Maar mijn vriend zal u brengen, hij weet waar het seminarie is”, zegt de Patriarch kort en dan gaat hij in de auto.
Ik mee met de vriend, werk met de dochter, daarna nog met de moeder. Zr. Nebras, dominicanes die ik ken uit Mosul 2003, vertaalt.
Ik moet nog mee-eten, en dan blijkt niet de vriend mij naar Erbil te brengen, maar zijn zoon. Een rit van 160 km. Een uitstekend chauffeur, maar een loeivolle weg, vooral vrachtwagens. We zijn toch op tijd in Erbil, maar dan… waar is dat seminarie??? Hij belt met zijn vader. En nog eens. En nog eens…
Om 16.20 uur rijden we het terrein op. „De Patriarch slaapt nog”, zegt de portier, „kom over een uur maar terug.” Dat weiger ik, ik mag door, en dan komt Patriarch Sako er ook al aan.
In de auto, een grote. Zijn secretaresse en ik in de kinderbak, achter de rug van Zijne Heiligheid, onze knieën onder onze kin. Vier heren vóór ons in het comfort van een limousine weggedoken. Vrouwen zullen hun plek weten. De secretaresse is een novice (ik schat haar 45-50 jaar) van „de congregatie van de Patriarch”.
Ze begint onmiddellijk naar me te vragen, wat ik doe in Irak. Ik vertel, en heb de verdenking dat ze in opdracht met me spreekt. Het oor van patriarch Sako is vlak voor ons. De heren zwijgen. Maar we hebben een ontspannen gesprek. Zij leefde in Australië maar kwam enkele jaren geleden terug naar Irak.
Om 18.15 uur rijden we voor bij het bisschopshuis Kirkuk. Iedereen staat op de stoep, uit te kijken naar ons. Nou ja, ons… De heren duiken de ontvangstzaal in, bespreking. Ik bevrijd me van mijn bagage, maak mijn filmtoestelletje klaar en ga naar de kerk. Die is vol, maar het volk loopt nog binnen. Het is het feest van Maria Hemelvaart. 15 augustus.
Op het plein van de kathedraal, schuin tegenover het beeld van het Heilig Hart, is een fraaie „Lourdesgrot” gebouwd. Die zal nu door de patriarch worden ingezegend. De devotie tot Maria van Lourdes is groot in deze Chaldeeuwse kerk. Dit feest van de inzegening is groot. Heel groot. Daarom moest ik er per sé zijn. Anoniem, als iemand die onzichtbaar rondsluipt, maar wel met filmcamera!
Wel, het feest ís groot. Dat zie je aan het volk. De kerk loopt voller dan met Kerstmis, en toen kon je al over de hoofden lopen. De ordedienst lijkt geïnstrueerd, ze kennen mijn smoel en ik krijg overal doorgang. Bisschop Mirkis weet nu hoe ik werk, ik maak korte shots en plak later bijeen wat iets aardigs oplevert. Dus ik moet me kunnen bewegen. Verder lopen er nog zo’n 8 mannen rond met camera van alle maten. Professionals. Ook zij zijn geïnstrueerd. Ze behandelen me als collega. Madurodam-kerk. Ik mag. Nee, móet, wat vrouwen hier nog niet doen, niet in de kerk tenminste.
Bisschop Mirkis heeft twee filmpjes van me gezien en vindt dat ik zeer begaafd ben. Hij zal voortaan zorgen dat ik aan het werk ben. En mijn agenda regelen als ik hier ben. Auto incluis.
De volgende morgen al krijgen we beelden van Hawija: ISIS is gebombardeerd en we zien de stromen vluchtende burgers: zitten ze in de woestijn, 50 graden, met kindjes, zieken, bejaarden, blinden, kreupelen, stervenden… En een hoge militair vertelt iets over plannen voor Mosul. We zien optrekkende tanks, een mililtaire caravan, in het zuidoosten van Mosul.
Tijdens de feesten zijn de mensen intens aan het vieren. Oorlog ver weg. En dan is de oorlog weer in de huiskamer. Hawija ligt 50 km. van Kirkuk. De vluchtelingen caravan zal mogelijk hier aan komen. Ik zal dan alweer weg zijn, naar Suleymania. Met vijf korte statements van bisschop Yousif Mirkis „op zak” om filmpjes van te maken.