Stadsklooster in Sulaymaniyah

2015.07.30

Zaterdag ben ik met de monnik Jens Petzold meegereisd naar Suleymania, naar het klooster dat hij er op verzoek van toen nog aartsbisschop Sako opzet. Hij behoort tot de Syrische orde Al Khalil (boezemvriend van God, de bijnaam van Abraham) die in 1991 werd gesticht door de Jezuïet Paolo Dall’Oglio in een kloostergebouw uit de 6de eeuw. Gastvrijheid is naast het liefhebben van je moslimbroeders en -zusters hun kernmissie. Zij zijn een orde waarin mannen en vrouwen lid zijn, nu 11 personen. Jacques Mourad, die in mei door ISIS was ontvoerd, na twee maanden huisarrest kreeg en vier maanden later echt wist te ontsnappen, is een van hen. Hij was na zijn ontsnapping in Italië om op adem te komen, zal kerstmis doorbrengen in hun klooster Deir Mar Mosu bij Nebk,  maar mogelijk zal hij naar dit klooster in Suleymania komen omdat Syrië te gevaarlijk voor hem is geworden. Hoewel, in de situaties hier kunnen alle plannen altijd veranderen. Hij is voor zowel Assad als ISIS een vijand. Hier wacht men gelaten af. Paolo Dall’Oglio is al tweeënhalf jaar in handen van ISIS. Ze horen niets, maar kregen ook geen losgeld-eisen of bericht van onthoofding, dus ze zijn bijna zeker dat hij nog leeft. Hij is voor ISIS vermoedelijk een belangrijk ruilobject als het echt spannend gaat worden. Broeder Jens en zuster Friederike hopen beiden dat dat goed gaat aflopen. Omdat ze werkelijk niets kunnen doen, doen ze ook niet zenuwachtig. Bidden en hopen is het devies. Inmiddels hard werken voor alle ontheemden, aldoor het huis verbeteren, de elektra, de verwarming, het water… en pogen nu de plannen weer op te pakken die anderhalf jaar geleden ineens stopten door de invasie van de ontheemden. Een theaterproject, tevens als traumawerk.

Verleden jaar toen ik hier was woonde Jens alleen, als monnik dan, want hij had 200 ontheemden onderdak, daarvan vijf grote families in de kapel. Een paar zijn er nu weg, naar Erbil, maar nog steeds heeft hij de zorg voor 180 mensen. Bijna allen zijn nu ondergebracht in wooncontainers, enkele in een huisje dat gehuurd werd: degenen die enige vorm van werk hebben en dat kunnen betalen. Nog drie families zijn binnen het klooster, twee daarvan nog steeds in een tentachtig gedoe, die zouden er in enkele maanden uit moeten kunnen zijn.

Gisteren, zondag, waren er 2 Eucharistievieringen. Een in de vroege ochtend voor volwassenen en degenen die naar het werk moeten. In de avond voor de kinderen en hun ouders: dan wordt het ritueel gehandhaafd van verleden jaar toen de kapel bewoond was en de ruimte voor vieren heel klein geworden: allen zitten op de grond in een kring rond de monnik Jens op de grond. De kinderen doen de diverse taken: diaken, lector, misdienaar. Het is gezellig en blijft sereen, dat is het aardige.

Nu woont sinds augustus zuster Friederike ook weer in dit klooster, ook van oorsprong Duitse, die nu voor haar eeuwige geloften staat. Zij heeft er veel moeite mee dat er geen ritme te vinden is door de drukte rond huis en ontheemden. Jens zelf is niet iemand om zijn leven te structureren, hij springt op bij alles wat gaande is en handelt onmiddellijk. De stichter is ook zo, en die heeft zichzelf ertegen beschermd door een strenge regel: als er groepen zijn, dan is er regelmaat. Morgen komt een Spaanse groep voor twee weken: helpen werken, en informatie krijgen. Er komt dus twee weken regelmaat.

Het klooster was een kleine parochiekerk van de Chaldeeuws katholieke kerk geweest, met pastorie en parochiehuis. Omdat  het ongebruikt was, vroeg Sako in 2010 precies deze groep monniken er een klooster van te maken. Daar waren ze aarzelend over aan het denken, toen de situatie in Syrië zo verslechterde dat de buitenlanders weg moesten. 2012 werd de vraag van Bisschop Sako ineens een belangrijke mogelijkheid voor hen. Nu is het plan, dat de leden die in Syrië voortdurend 450 families en meer opvangen, af en toe in Suleymania komen uitrusten.

Dat betekent ook aan het klooster zelf bouwwerk: er moet worden opgeknapt, en uitgebreid voor grotere groepen. Nu worden groepen van meer dan 5 personen in geïmproviseerde slaapzaaltjes gelegd. Ook moet er een apart vrouwenhuis komen, want er komen praatjes als mannen en vrouwen in eenzelfde huis zijn ondergebracht. Het wordt tevens het zusterhuis. In hun hoofdklooster Deir Mar Mosu nabij Nebk  in Syrië hebben ook de vrouwen en de mannen een eigen slaaphuis, verder gebeurt alles samen.

De eerst avond dat ik er ben, valt voortdurend de stroom weg. Friederike is daar zeer emotioneel over, ze zou deze avond shatten met Jacques Mourad die haar geestelijke leidsman is. De ontvoering heeft haar sterk geraakt. Deze avond is hij nog in Italië, morgen zal hij naar Libanon gaan en dan zal ze hem niet meer kunnen spreken.

Migranten en ontheemden

In Kirkuk was ik al tegen dat verschijnsel aangelopen: mensen die emigreren maar baas blijven over hun huis, en dat verhuren: voor goud geld als er meer vraag is. Dan hebben we het over Iraakse (eventueel Koerdische) emigranten die vastgoed hebben in hun thuisland, een melkkoe juist in crisistijden – vermoedelijk staan ze in onze landen als ‚vluchteling’ te boek. Voor onze regeringen is ook dat lastig, onderscheiden tussen wie als immigrant komt en wie gevlucht is. In ieder geval komen immigranten niet per mensensmokkelaar, dat risico nemen ze niet. Uit Suleymania weggetrokken in 1995, dat zijn geen vluchtelingen, Koerdistan was werkelijk ‚safe area’.

Goed, het klooster heeft na onderhandeling met een groep erven van emigranten (!) een terrein vlakbij voor twee jaar gehuurd. Het was al twintig jaar  onbewoond, het huis is ingestort, de bomen verwilderd, het terrein is als stortplaats gebruikt voor restanten bouwmaterialen en afbraakproducten. Dat moet nu op eigen kosten van het klooster geëgaliseerd worden (naast de huurprijs van de grond…) en dan komen er 12 wooncontainers. Drie voor de laatste families binnen het klooster, en de rest voor een groep die bij de Koptische kerk nog steeds in tenten huist.

Eigenlijk zou de Koptische kerk op haar terrein containers moeten laten zetten. De Koptische kerk, dat is nu nog één priester en één familie. In de jaren 50 waren er hier veel Egyptische gastarbeiders, en de Koptische kerk leverde er de kerk en pastorie bij. Saddam en diens vader nodigden arbeiders van overal uit als een Pan-Arabisch project. Er zijn plannen om op het kerkterrein iets te zetten voor onderwijs, zoals bibliotheek en wat lokalen. Daarom heeft Cairo besloten dat er nu geen geld mag worden uitgegeven om het terrein rijp te maken voor wooncontainers. Men wil niet daarna opnieuw voor kosten met het terrein komen maar meteen bouwen. Dus nee, geen wooncontainers, de families moeten maar ergens anders heen.
Naar het terrein dus van dit Mariaklooster „Deir Mariam Al Athara. We hebben met vijf mensen gekeken naar het terrein en de bomen. Een is dood, twee andere zijn nog goed. Uiteindelijk kon besloten worden dat de mooiste boom mag blijven staan, een boom van zeker 70 jaar oud. De takken moeten wat beschermd worden tijdens de werkzaamheden, en er moet gesnoeid worden. Laudato si! waar mogelijk wordt midden in deze stad ook nog aan de natuur gedacht. Friederike zette zich daar scherp voor in, en het argument dat een boom de beste schaduw geeft in de zomer gaf de doorslag.

Zr. Friederike en ik verbazen ons overigens over de gewoonten van deze woestijnmensen: smijten met water en slordig elektriciteitsverbruik, en vuilnis gemakkelijk laten rondslingeren. Pater Jens kan het verklaren: Onder Saddam Hoesein werd altijd grote propaganda gemaakt dat de staat voor alles zorgt. Er werd dus niet opgevoed om zorgzaam om te springen met water en elektra. De grote royale meneer uithangen. Friederike weet, dat het alleen bij de Jazeedees anders is. Die dorpen waren mooi verzorgd met ook mooie tuinen. Aanleiding voor de opmerking is eigenlijk als ze vertelt dat haar dat zo beviel op haar reis door Turkije: overal zo fraai verzorgde tuinen en schone straten, vriendelijke mensen.

Over Syrië en Irak en ISIS

Zuster Friederike vertelt me dan meteen iets meer over Syrië en hoe verhoudingen schuiven. Ze leefde er vanaf 2008, tot deze zomer dus. De bombardementen zijn gevaarlijk, uiteraard. Hun beide kloosters hadden een grote toevloed van families die voor de bombardementen zijn gevlucht of dakloos waren geworden. In Deir Mar Mosu 450 families, die deels al weer aan het terugkeren zijn. Het klooster helpt met wederopbouw. Jacques Mourad was na de ontvoering van Paolo alleen in een buitenstichting Deir Mar Elian te Qaryatein, waar hij op een gegeven moment 5.000 ontheemden om zich heen had. Hij werd uit het klooster ontvoerd.

Dat bleek vooral in het kader van een ‚militaire actie’. ISIS had Palmira ingenomen, en om die stad te kunnen houden moet ook Qaryatein in hun handen zijn, het is een soort voorpost: daarmee beschermen ze Palmira en verhinderen ze belegering door de anderen. Dat klooster moest dus ontruimd en er was een nog belangrijker reden om Jacques te ontvoeren: hij had er voortdurend aan gewerkt dat in Qaryatein de moslims en christenen bleven samenwerken, de beste remedie tegen ISIS. Want de ISIS-strategie blijkt te zijn om in een dorp te infiltreren met een paar mensen, en als de groepen dan tegen elkaar zijn opgezet, het dorp innemen. Qaryatein werd enkele weken na de ontvoering van Jacques Maurad ingenomen…

Friederike vertelt ook, dat de christenen in Syrië nu niet zoveel gevaar lopen door ISIS. Het zijn vooral de Soennieten, die worden sterk bedreigd door ISIS. De christenen leven in dezelfde ellende als iedereen van de oorlog en de bombardementen. Wat overigens erg genoeg is. Maar zij vindt het een vorm van misinformatie om de christenen in Syrië vervolgd te noemen. Bovendien kan die term een strategie oproepen van groepen uit elkaar spelen ,en dan heeft ISIS vrij spel’. Alleen waar de bevolking echt samenwerkt, komt ISIS er niet tussen. Zr. Friederike en Pater Jens: „Als je ISIS kans wilt geven, moet je de groepen uit elkaar spelen. En de lokale christelijke leiders hier in deze landen doen dus ook juist alles eraan om dat uitspelen te voorkomen. Het is de voedingsbodem voor ISIS.” We vragen ons af:  Welke belangen zijn er in Europa om over vervolgde christenen te spreken? Afleiden van de Amerikaans/Europese bijdrage aan de ellende? Ze zijn bedreigd ja, door de oorlog, zoals iedereen. En je moet niet gevangene van iSIS worden, niemand.

(Bij mijn terugkeer vanmorgen 22.12 in Kirkuk vertelt Mirkis, dat in Mosul drie imams openbaar zijn opgehangen, omdat ze niet deden wat IS wenste.)

Inlas:

De Friedenspreis des Deutschen Buchhandels 2015 werd verleend aan Navid Kermani. Deze heeft zijn hele ‚inauguratietekst’ op 18.10.2015 gewijd aan Jacques Mourad waarmee hij een interview had gemaakt. Daaruit: „Hij (Jacques Maurad) is bitter over veel uitlatingen van westerse politici om bewust Arabische christenen op te nemen. Hetzelfde westen dat niets gaf om die Miljoenen Syriërs, die dwars door alle religies heen vreedzaam voor democratie en mensenrechten demonstreerden, hetzelfde westen, dat Irak te gronde richtte en Assad zijn gifgas leverde, hetzelfde westen, dat met Saoedi-Arabië verbonden is en daarmee met de hoofdsponsor van IS – ditzelfde westen is nu bezorgd om de Arabische christenen? Daar moet hij om lachen, zegt Pater Jacques zonder een spier te vertrekken. En met gesloten ogen gaat hij voort: ‚Deze politici bevorderen met hun onverantwoorde uitlatingen precies dat soort religie, dat ons christenen bedreigt.’ „

Ook voor de christenen in Irak gebruikt Friederike niet de term vervolgd. Als we over de twee landen te spreken komen en de verschillende situaties, blijft het wikken. Afgezien van het gegeven dat je ellende niet mag vergelijke en langs een meetlaat leggen – hoewel, hier waar ze er middenin zitten is het deel van de analyse – zijn ze onzeker welk land het meeste lijdt. Syrië heeft nu de ellende van de bombardementen en de diverse groepen die tegen elkaar strijden. Daar dan ISIS stevig middenin, in bewoonde gebieden. Dat is heftig.

Maar Irak, dat is al sinds 1980 heftig, en sinds 1991 onmenselijk, door bewuste westerse politiek. Op Irak is door westerse mogendheden en de wereldgemeenschap een politiek van bewuste vernietiging toegepast. En daarvan heeft het land zich nog niet kunnen herstellen, maar kreeg er de vluchtelingen uit Syrië bij, toen ISIS en de ontheemden uit eigen land die voor ISIS wegliepen.

Als het om de mensen zelf gaat, dan heeft Friederike de indruk dat met name onder de Syrische christenen er nogal wat extreem anti-joods zijn: ze nemen de moslimpositie in vanwege het optreden van Israël, de Syrische toonzetting dus. Aanleiding voor de opmerking is een zin die ze opvangt van een Syrische bezoeker in gesprek met Pater Jens: „U bent Duits? Hitler, goed!” Er zijn er zelfs die zullen zeggen dat Jezus geen Jood was, maar dat het een list van de joden is om dat te beweren. Hier in Suleymania, in Koerdistan zijn niet zulke felle christenen volgens haar, dat hangt met de Koerden samen. Aangezien de anti-Israël houding Arabisch is, doen de Koerden daar niet zo aan mee, en heeft het publieke debat dus niet zo’n anti-joods effect op christenen hier, zoals wel op bepaalde Syrische christenen. „Maar”, waarschuwt ze, „ook hierin moeten we niet generaliseren. Lang niet alle Syrische christenen denken zo. Ik kom het echter wel regelmatig tegen en vind dat heftig. En ook die positie kan worden ingezet door ISIS om mensen uit elkaar te drijven.”

En dan mijmeren we even voort over hoe dat werkt: mensen die door zo’n ellendige situatie kwetsbaar en emotioneel worden, zijn vatbaarder voor die one-liner opvattingen. En Amerikaans gestuurde media of bepaalde politici als het hen uitkomt spelen daar weer sterk op in. Samen een voedingsbodem voor ISIS, die daardoor soms makkelijk spel hebben. Vermoedelijk hebben de ISIS-groepen die door oud-Saddam-militairen worden geleid, en die veelal in Irak zitten omdat ze dat terrein kennen, meer neigingen zich tegen christenen te keren – die worden door hen nog steeds gezien als handlangers van de Amerikanen die het land vernielden.

Mij valt naast de nuances die zr. Friederike en Pater Jens  vertellen vooral op, dat ze ook aangeven dat veel verhoudingen schuiven en niet echt zo helder zijn.

Pater Jens stond erop dat de mensen Koerdisch leren, dat verhoogt hun kansen. Ze weigeren. Nu krijgen de kinderen op school Koerdisch, en enkele vrouwen zijn nu ook op Koerdische les. De mannen weigeren. Een van hen weigert zelfs zijn zonen te laten studeren. Hij wil gewoon naar Amerika en in Amerika heb je geen diploma’s nodig. De man is dom en wil dom blijven en wil geen zonen die slimmer zijn. Ontheemden zijn net mensen. Je komt onder hen alles tegen. Degenen die altijd keihard meewerken om deze rare tent draaiende te houden, degenen die je moet smeken, degenen die niks kunnen, degenen die eisen. Alles met elkaar is het overigens interessant om te zien hoe na anderhalf jaar zo samenleven, met kleine stapjes vooruit, er toch wel een gemeenschap is gegroeid. Ze houden elkaar uit en er is veel gemoedelijke vriendelijkheid, veel samen.

Portret: Karam

Karam is vader van een kind en tweede op komst. Hij werd geboren in Kirkuk, zijn moeder kwam uit Caracosh en zijn vader uit Alcosh. Chaldeeuws katholiek. Hij studeerde landbouwtechniek, is ingenieur en werkt als chauffeur van aartsbisschop Yousif Thomas Mirkis. Hij laat me drie studentenhuizen van de bisschop zien en weet uitstekend uit te leggen wat daar allemaal is aangebracht aan techniek om het goed te laten functioneren.

We bezoeken twee huizen voor studentes en een voor studenten. Hij wijst waar overal de elektra werd vervangen of uitgebreid, wijst de antenne voor goed internet aan, de grote watertank. De verwarmingskachel op elke kamer is zowel voor elektra (als die het doet) als voor gas, bij gebrek aan elektra.

Hij is ingenieur maar werkt als chauffeur bij de bisschop omdat er geen werk meer is in de landbouw. De landbouw is wéér kapot. De boycot van 1991-2003 kreeg de landbouw op de knieën omdat niets het land in mocht voor reparaties vanwege ouderdom, slijtage, of de bombardementen van 1991. Na 2003 werd de landbouw in de groene delta en het rivierdal weer opgebouwd. Nu heeft ISIS een groot deel van dat gebied in handend en de boerderijen vernield. Aan de voet van de bergen van Suleymania zag ik eenvoudige kassen, en terreinen in aanbouw voor kassen. In de relatief goede grond gaat men meer landbouw beginnen.

Maar, genoeg werk is er niet. Een van de studentes vertelt me, dat ze landbouw studeerde, maar is overgestapt naar algemene biologie, omdat ze vreest nog heel lang geen werk te kunnen vinden.

Portret: Manar

Manar is moeder van vier kinderen, verleden jaar leerde ik haar kennen in dit klooster. Een van de ontheemden uit Caracosh. Haar man werd al snel tot assistent benoemd door Pater Jens, en coördineert veel. Manar is een goede moeder, een lieve moeder. Zij en har gezin woonden in de kleine bibliotheek met drie gezinnen, tussen doeken. Toen kwam haar gezin een half jaar in een kamer. Sinds een maand huren ze een huisje vlakbij, Pater Jens betaalt de helft van de huur. Ze heeft eindelijk ruimte, het gaat haar nu iets beter. Nog steeds is de huiskamer tevens slaapkamer en in de nacht is de bodem vol met de zes matrassen, evident is het toch een vooruitgang en een grote opluchting. Als gezin waren ze in Caracosh begonnen in zo’n kleine huisje, en hadden zich weten op te werken naar een ruime woning. In Caracosh. Als ooit SISI daar verdreven wordt, zal alles puin zijn.

Manar vertelt, hoe haar vader in die vluchtnacht persé niet weg wilde. Die wilde blijven. Toen bleef haar ongehuwde broer bij de vader, wilde die niet alleen laten. ISIS heeft de oude mensen laten gaan, maar de jongen manne werden gevangen genomen. Haar vader is nu tussen de ontheemden in Erbil, depressief en huilerig, iedereen geeft hem er de schuld van dat zijn zoon nu gevangene is van ISIS – of dood. Men weet niets.

Manar is er beter aan toe dan een jaar geleden, maar ze zit niet goed in haar vel. Een aardige vrouw, goede moeder, geweldige kinderen. Julia was een van de twee die ik verleden jaar iets leerde van massage. Julia zat gister in de viering naast me op de grond en wees me in de tekst, als ze merkte dat ik het spoor bijster was. En toen ik hun gezin bezocht, was alleen zij thuis met haar oudste broer. Ze hebben me als waardige oosterlingen gastvrij ontvangen, me een schaal fruit en drank en koekjes aangeboden. Tot Manar terug was. Julia is 11 jaar.