15.03.21 Aartsbisschop Yousif Thomas Mirkis over Irak en toekomst
(onderweg naar Arbil):
„Over de huidige situatie moeten we een paar dingen goed begrijpen. Begin bij het beeld van de Titanic. Europa is een soort Titanic, een stevig gebouwd afgeschermd fort, sterk, voelt veilig, kan op het water drijven en de hele wereld over varen. Intussen kunnen de mensen aan boord dansen, feest vieren. Geweldig. Niets aan de hand.
Maar er is een grote ijsberg. Die is vooral onder water, zie je dus niet zomaar vanaf die geweldige feestelijke veilige boot. Jawel, het topje van de ijsberg zie je: DAESH, ISIS. ISIS is niet meer dan het topje van de ijsberg. Maar al lang voordat ISIS en Titanic op elkaar stoten slaat de Titanic lek op die verborgen ijsberg onder water.”
„ISIS is te stoppen door de geldstroom te stoppen. Die komt uit Koeweit, Qatar, Saoedi-Arabië. Niet eens het meeste van regeringen, gewoon van rijke sjeiks. Als die geldkraan stopt, stopt ISIS. En kunnen ze als elke criminele groep worden opgepakt. En VS en Europa zouden Erdogan moeten straffen. Die is de gevaarlijkste, het meest onberekenbaar. Het wordt oorlog tussen Turkije en Rusland als we niet oppassen.
Maar dat allemaal is slechts gericht op die ijsberg. Belangrijk voor de korte termijn, want Europa is natuurlijk uiteindelijk niet dat schip. Op de korte termijn moet de politiek zich richten op Erdogan en het stoppen van de geldkranen voor ISIS.”
„Maar tegelijk moeten wij allen heel dringend gaan werken aan die ijsberg onder water. Die staat voor de samenklontering van twee zeer grote bewegingen in het zuiden. Het ene is de islam, die duidelijk in crisis is. Niet op de wijze die veel vluchtelingen beweren, dat ISIS gelijk zou staan aan de islam. Onzin. Maar de islam is wel in crisis. Door ISIS is dat zichtbaar geworden voor alle moslims die in discussie zijn met de fundamentalistische stromen. En die discussie is wel een deel van de crisis. Er zijn enorme discussies gaande binnen de moslimwereld, al vele jaren. Die discussie dreigt nu vast te lopen door de wijze waarop ISIS ineens de hele religie kaapt, de regie neemt, probeert te dicteren, en door de wijze waarop westerse landen de grote humane stromingen in de islam voortdurend ter verantwoording roepen voor wat ISIS doet. Ze zijn echter zelf slachtoffer van ISIS. Dus wij moeten ze helpen in hun interne discussie. We moeten de vele nuancen zien en niet zwart-wit waarnemen. De humane stromingen stevig ondersteunen.
En tegelijk is er in het zuiden een samenballen van emoties tegenover „het westen”, dat varieert van woede tot jaloezie. Ze zien die kolonialen maar dansen op die Titanic, gebouwd van de grondstoffen uit het zuiden. En ‚die daar’ drinken wijn en proppen zich vol met voedsel uit het zuiden. En in dat zuiden, daar hongeren ze. Die emoties van woede en jaloezie, die zijn goed te mobiliseren door ISIS. En ISIS doet dat ook. Zo zijn de diepe anti-westerse emoties door oud en nieuw kolonialisme de ijsberg onder ISIS. Nu beginnen, en voor de lange termijn is dus zowel nodig om de ruime miljard moslims op de wereld te helpen in hun ideologische crisis door saamhorigheid met de humane stromingen, alsook onmiddellijk werken aan rechtvaardiger handel en financiering en economie: stoppen met dat Gouden Kalf ‚onze economie moet groeien’. Wat maar groeit is het kapitaal van de rijksten. Op de Titanic.”
Het Jaar van Barmhartigheid
„Wat ik gisteren zei tegen mijn mensen? Ik sprak over het Jubeljaar, legde uit dat het een Bijbels begrip is en dat de Kerk dat eens per eeuw vierde, maar dat is te weinig. Elke generatie moet het een keer meemaken. Het is nu 32 jaar geleden dat de Kerk een jubeljaar uitriep. Ditmaal, het Jubeljaar van Barmhartigheid, is naar aanleiding van 50 jaar na Vaticanum II. In die traditie heb ik dus ook de deur geopend, al is onze deur niet op die wijze een heilige deur. Maar samen voor die deur staan. Samen een intocht houden, of uittocht, om goed te weten wat jubeljaar is. Alle veroverde gebied wordt teruggegeven, gekocht land wordt teruggegeven, slaven worden vrijgelaten. Iedereen krijgt de kans weer nieuw te beginnen, werkelijk deel van leven te hebben. Wie door mazzel veel vergaarde geeft terug aan wie door pech veel verloor. Herstellen van de gelijke rechten op wat door de aarde aan ons allen is gegeven, opdat we allen zullen leven in vrede en gezondheid. Het gebrek hoef ik hier in Kirkuk niet uit te leggen. Maar zelfs dan, er is verschil. En natuurlijk hebben we veel nodig van buiten omdat er zo veel kapot gemaakt is. Er moet te veel worden opgebouwd om leven hier mogelijk te maken; om te zorgen dat de mensen hier willen blijven. Maar wij mogen het daar niet van laten afhangen. Wij kunnen zoeken hoe we met elkaar kunnen herverdelen wat er is.
Jubeljaar en Jaar van Barmhartigheid is eigenlijk dubbelop. Maar barmhartig dus, zoals God ons barmhartig is en tot leven roept, zo zullen wij elkaar tot leven roepen. Wel, dat ongeveer. Barmhartigheid is de tegenhanger van onbarmhartigheid, en de huidige neoliberale wereld is onbarmhartig. Dat wekt zoveel woede.”
„En vanmorgen op het seminarie heb ik gezegd, dat we als christenen leven in Gods genade, maar dat betekent niet dat we maar kunnen bidden en wachten. Het betekent niet dat we risico’s moeten vermijden. God heeft ons onze talenten gegeven. Daarmee moeten we werken, dan kan God ons heil schenken. Als wij niet werken, zal er geen heil zijn. En God is geen verzekeringsmaatschappij tegen risico’s. Er zijn veel risico’s, een christen moet die durven aangaan. Wie Zijn leven niet durft te verliezen zal het niet winnen.”
Catacombenpact (die tekst zal ik separaat toesturen, die moet je kennen!)
Terwijl Yousif Thomas Mirkis met zijn studenten deze ecclesiologie (visie over kerkzijn) besprak, zat ik nadat ik mijn visum had verkregen, in het boek te lezen over de geschiedenis van het Catacombenpact. Jawel, ik was dus terug in Erbil: alleen daar krijg je een visum. In Kirkuk woon ik in de priestercommuniteit van de bisschop, dat is bijzonder en dat maakt mij bijzonder voor de omgeving. Maar in Erbil ben ik intussen huisgenoot, hoor ik er gewoon bij vinden de zusters. Daar ben ik thuis. Dus daar werd ik na het visum gedropt om op de auto te wachten, tot verrassing van de zusters, en hun werk ging gewoon door. Ik heb in de keuken thee genomen en geholpen de pitten uit de granaatappels te halen voor de hele communiteit. Zo leert een mens steeds bij. Ik moet nodig keukenwoorden gaan leren.
Daarna mocht ik dus lezen. Het is een genade, de geschiedenis van het Catacombenpact te kunnen lezen op precies deze plek: tussen vrouwenklooster en bisschopshuis; tussen Irak en Koerdistan; tussen vluchtelingen in de wereld die door ISIS in de greep wordt gehouden. Want het vertelt veel geschiedenis achter het Vaticaans Concilie, de historische lijn tot aan deze Paus vanaf de Kerk van de armen:
Op 11 september 1962, een maand voor de opening, sprak paus Johannes XXIII via Radio Vaticaan tot het Concilie: „Het Concilie komt samen 17 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog, voor het eerst in de geschiedenis zijn er concilievaders uit werkelijk alle volken van de wereld, en iedereen zal zijn aandeel leveren in kennis en ervaring, om de lidtekens van de beide oorlogen te helen die het aanzien van alle landen hebben veranderd.” En: „Tegenover de onderontwikkelde landen bewijst de Kerk zich als dat wat ze is en wil zijn: Kerk van allen, met name Kerk van de armen.” En dat wordt dan toegelicht via het vijfde en zesde gebod.
Met deze twee kerngegevens als leidraad voor het Concilie verwoordde Johannes XXIII een contrast tegenover de door de Curie voorbereidde teksten, in curie-taal opgesteld.
Het boek dat ik aan het lezen ben, laat zien hoe Paus Franciscus aansluit bij de lijn die in deze woorden van Johannes XXIII al werd uitgezet. En het boek gaat beschrijven hoe veel bisschoppen die lijn oppakten, en strategisch te werk gingen om ook tegenstanders aan te spreken. Een commissie op dit thema ontbrak en ze willen zorgen dat er zo’n commissie zou komen. Ik ga het nog lezen, met rode oortjes. Hier in Irak. Want het komt wel heel erg samen.
Een van de eerste bisschoppen die meewerkte aan die strategie was bisschop Georges Mercier, uit Laghouat, Algerije. Hij animeerde de groep met de volgende opmerking: „Als pastorale arbeid is het mijn taak eraan mee te werken dat de onmetelijke rijkdom aan olie in mijn enorme diocees Sahara niet ertoe gaat dienen dat rijke buitenlanders nog rijker worden, maar dat die mijn volk zal voeden waarvan nu nog jaarlijks honderden mensen sterven van honger.” 5 november 1962.
Waar beter dan in dit vanwege de olie geteisterde land Irak kan ik lezen over de worsteling van die bisschoppen tegen een trend van Europese blinde vroomheid/macht, vertegenwoordigd in een ander soort bisschoppen die nog geen besef hebben van de verwoestingen die de kapitalistische dominantie aanricht. Kerkelijk Europa kijkt als een in licht gevangen konijn naar de koplampen van een auto (socialisme) die zouden kunnen helpen in het duister te onderscheiden. Excuseer de beeldspraak, Yousif Thomas steekt me aan. Toen ik hem vroeg of zijn studenten geloofden wat hij had gezegd antwoordde hij: „Ik wil niet dat ze geloven wat ik zeg. Ik hoop dat ze leren zien wat ik zie.”
Na de grens van Koerdistan kijken we samen op de achterbank van de auto op zijn smartphone een Franse reportage over paus Franciscus, door de Jezuïeten gemaakt. Hij lachend: toen de paus me een hand gaf zei Sako ‚hij is Dominicaan’, waarop de paus lachend zei: ‚onze vijanden’.