2016.08.02 De kloosterorde van Mar Moesa (Musa), Syrië
In1982 stichtte de Jezuiet Paolo Dall’Oglio een kloosterorde in het oeroude woestijnklooster in de regio van Damascus. Drie speciale kenmerken: gastvrijheid als grondspiritualiteit, liefde voor de moslims, en het is een kloosterorde van mannen en vrouwen. Inmiddels hebben ze vier kloosters:
Mar Moesa, Al Quaryatayn, dat door ISIS werd verwoest, Suleymania en Rome.
De gemeenschap telt nu 11 leden, de stichter is sinds mei 2015 in handen van ISIS. Nog levend vermoed men, omdat men anders wel zijn lichaam zou hebben gevonden, dat hoort bij de ISIS-strategie: schrik aanjagen.
Dit klooster „Maria Alathra” (Maria Maagd), een voormalige kerk van de Chaldeeuws katholieken in de oude binnenstad van Suleymania, leven nog steeds de 200 ontheemden mee die winter 2014-2015 hier alle ruimten innamen. Nu leven ze in de containers die rondom het klooster werden geplaatst, voor elk gezin een container. Pater Jens Petzold en Zuster Friederike Gräf hebben de leiding. Het was nog bisschop Sako, nu Patriarch, die in Mar Moesa vroeg om de overtollige kerk tot klooster te maken in deze spiritualiteit. Elders in de stad is een nieuwe, mooie, moderne kerk neergezet, overigens ook overvol met ontheemden.
Gaande het proces bleek ook dat juist deze twee mensen het maar moesten gaan doen, omdat Syrië voor buitenlanders te gevaarlijk werd, met name voor deze buitenlanders: de monnikken schuwen hun kritiek niet, aan welk adres ook, als het ze nodig lijkt, dus Assad mag hen niet zo. Zij maken deel uit van de Syrisch katholieke kerk.
Tussen mijn eerste en tweede bezoek in Suleymania was Pater Jacques Mourad door ISIS ontvoerd. In mei ontvoerd, in november bevrijd door moslims die daarvoor hun leven waagden. Zuster Friederike was nog in haar vormingstijd, en Jacques Mourad was haar geestelijk begeleider. Ze voelde zich verweesd, en leed zeer om hem. De ontvoering van Jacques Mourad was van ‚militair’-strategische betekenis. Palmira was veroverd door ISIS, om dat stevig in handen te houden moest Al Quaryatayn ook veroverd worden, dat de toegangsweg naar Palmira controleert. En Pater Jacques had de diverse milities in Al Quaryatayn weten te overtuigen dat ze moesten samenwerken in plaats van elkaar bestrijden. Wel, de belangrijkste strategie van ISIS is enkele „verkenners” een dorp in te sturen, die uitvogelen welke groepen er zijn, wie ertoe behoort, en dan zo snel mogelijk de groepen tegen elkaar opzetten. Is dat gelukt, dan komen ze met een handvol strijders de zaak overnemen.
6.30 uur in de ochtend. Al bloedheet, wel droge hitte. Mijn matras was te warm om te blijven liggen. Terwijl ik voor Nederland een beeld beschrijf van deze orde, als opmaat naar het missionstatement dat Jacques mij gisteren meedeelde, zit hij aan mijn zijde ook te schrijven. Met de hand. Beiden met de rug tegen de muur van de eetkeuken, gezicht naar de tuin, in de schaduw van de kloosterpassage. Als Friederike en ik beiden ontbijten, hij voortschrijvend, vraagt ze hem of het erg moeilijk is wat hij nu beschrijft. Hij vertelt, dat hij met de moeilijkste dag van de gevangenschap bezig is: toen ze hem naar Palmira brachten en confronteerden met de christenen uit Al Quaryatayn die ze gevangen hadden.
Ook Jacques is gast voor korte tijd. Pater Jens komt erbij staan en vertelt van zijn toekomstplannen voor dit klooster: „We hebben hier nu een school, waar we Koerdisch laten onderwijzen, zodat de mensen kunnen integreren. Dat zou ik willen uitbreiden tot een soort volksuniversiteiet, precies met deze vakken en de opzet die ze hebben op de Open Universiteit in Bagdad. Volksuniversiteit. En dan kan het over 25 jaar misschien een universiteit zijn.”
Jacques en Jens raken in gesprek. Jacques: „Dat is wat mij hier nu opvalt sinds ik hier ben. Ik had gedacht dat de Irakezen zeer ontwikkelde en cultureel gevormde mensen zouden zijn. Maar een beetje valt me wel tegen wat ik hier om me heen zie. Suleymania is toch een cultureel centrum?”
Jens: „Jawel, Suleymania is het culturele centrum van Iraaks Koerdistan. Als je echter kijkt naar vormingscentra, dan is hier niet zoveel. Als je Irak in zijn geheel neemt, dan is Kirkuk veel meer een cultureel centrum. Bagdad uiteraard. En hét culturele centrum was Mosul. De universiteit van Mosul was op afstand de beste van Irak.”
Ik ken Mosul, had van beide bezoeken ook een sterke indruk overgehouden over de cultuur. Zeer denkbaar dat precies daarom Mosul voor ISIS belangrijk was, een schok van vernedering voor Irak. En ik herinner me de informatie die Jens me het eerste jaar gaf, over de sterke geruchten van verraad, waardoor Mosul in te nemen was met een handvol ISIS-strijders. (De week vooraf werden alle banken van Mosul volgepropt met cash geld; de hele militaire top was naar Bagdad besteld, en vlak voor de aantocht van ISIS waren de laatste onderofficieren naar Bagdad afgereisd. Gefluisterd werden de namen van Maliki (toen president Irak) en de Koerdische president. Geruchten, maar sterke. En het is de enige verklaring tot op heden waarom de soldaten van het Iraakse leger onmiddellijk de benen namen: ze waren zonder leiding. Dus redde wie zich redden kan.
Het gesprek komt op de dominicanen en hun betekenis voor de kerken van Irak en Syrië. Jens en Jacques beamen elkaar. Jens heeft het over de opleiding van priesters in Irak. Lange tijd was die in handen van de dominicanen, en die was degelijk en bij de tijd, na Vaticanum II, de bevrijdingstheologie. Bovendien zijn de dominicaanse gemeenschappen in Irak oecumenisch georganiseerd: de leden komen zowel uit de Syrisch katholieke als Chaldeeuws katholieke als Latijnse kerk. Ergens jaren negentig hebben enkele bisschoppen het seminarie weggehaald bij de dominicanen, Yousif Thomas verhuisde toen naar Bagdad. Hij ging nog wel door met het maandblad, dat in 2007 van het Vaticaan een gouden medaille kreeg vanwege de bijdrage aan dialoog en verdraagzaamheid in moeilijke tijden (onder Saddam). Jacques: „Het is een uitstekend tijdschrift, theologisch heel onderbouwd, tijdens mijn opleiding heb ik er veel gebruik van gemaakt.” Van Yousif weet ik, dat 15 % van de abonnees moslims zijn, en dat een flink deel van de abonnees over de wereld verspreid is. Sinds de Paters Dominicanen van Aruba een eerste bijdrage daarvoor gaven, heeft het blad ook altijd een kinderkatern.
Jacques Mourad:
Inmiddels zijn we een uur verder, en Jacques Mourad en ik zitten weer naast elkaar in stilte te schrijven. Hij nog steeds met een potlood, ik mijn laptop. Zijn „mission statement” dat hij me gisteren gaf:
„Sinds ik bij ISIS in handen was en weer vrij ben, ga ik niet meer voor mijn veiligheid zorgen. Je mag alles wat ik zeg doorgeven aan de wereld. Ik heb dat tot mijn taak gemaakt voor de komende jaren. Vertellen hoe het hier echt zit. En mijn eerste, meest dringende verzoek aan christenen in Syrië en Irak, maar vooral aan de kerken in Europa en de VS is, om de stoppen met dat spel over „vervolgde christenen”. Het is onzin, het is deel van een strategie van overheersing door de westerse wereld. En in onze situatie nu wordt het oorlogspropaganda.”
„Er is een uitzondering, meteen maar zeggen. De christenen van Egypte, de Koptische kerk, die mogen zeggen dat ze vervolgd worden. Die worden echt vervolgd, gewoon omdat ze christen zijn. Maar ook die zouden moeten erkennen, dat ze er zelf niet helemaal onschuldig aan zijn. De Koptische kerk heeft zich altijd beter gevoeld dan alle anderen. Als kleine minderheid moet je dat niet doen. Als kleine minderheid moet je bescheiden zijn, anders maak je het jezelf te moeilijk, activeer je gemakkelijk de agressie bij de meerderheid.”
Ik: „Misschien moeten we het iets genuanceerder zeggen? Thomas van Aquino had een maatschappelijke visie op de deugden. Juist wie macht heeft dient ethisch gesproken bescheiden te zijn, anders gaat hij zijn macht misbruiken, en kan hij zelfs niet in de buurt van rechtvaardigheid komen. Gerechtigheid is dan zelfs alleen maar utopisch. Maar, als je een kleine minderheid bent, moet je dus bescheiden zijn als overlevingsstrategie. Dus allemaal bescheiden: de machtige omwille van de ethiek van rechtvaardigheid, de kleine minderheid omwille van de wijsheid.”
Jacques lacht. „Geaccepteerd, ook de meerderheid moet bescheiden zijn. Maar die overleeft wel as ze onethisch is. Maar een minderheid moet bescheiden zijn om een leefbare plek te vinden in de omgeving. Het is wat Jezus zei: „Je moet sluw zijn als een slang.” Wel, de Koptische kerk is daar niet zo goed in. En in Egypte pakt dat al enige tijd uit in vervolging van de christenen. Maar in onze landen hier is er iets anders aan de hand.”
„Kort samengevat zou ik willen zeggen: als al die vreemdelingen eens verdwenen. Ik heb het niet over de geweldige hulpverleners nu, bij al die vluchtelingen. Ik bewonder ze, ze doen fantastisch werk. Ik heb het over die mogendheden die op onze olie zijn afgekomen en nog afkomen. Als die er allemaal niet zijn, als we niet door vreemden worden overheerst, kunnen we hier als christenen en moslims en welke groepen ook goed met elkaar uitkomen.”
„De eerste eeuwen dat er moslims waren, leefden we hier goed met elkaar. Het waren bloeitijden. Toen de Kruistochten begonnen, 11de eeuw, 12de eigenlijk, toen begon het fout te gaan. In de periode van Mamloek wordt de eerste periode van terreur, een reactie op de kruistochten. Vanaf die tijd zijn met regelmaat veel christenen moslim geworden, uit angst. We dienen echt te weten dat de oorsprong van het geweld tussen christenen en moslims van de christenen is uitgegaan. Ook in de moderne tijd. Niet van individuele christenen, doorgaans ook niet van kerken. HEt ging uit van de westerse koloniserende mogendheden. Het ging om geld en macht. Maar die noemden zich wel christelijk en vaak hebben christelijke kerken zich daar niet of veel te weinig van gedistantieerd. In de Ottomaanse tijd was het wisselend, hing af van de sultan.”
‚Sinds 1916 gaat het erg fout. Toen kwamen de Engelsen en Fransen op onze olie af. Voor die tijd hadden ze geen belang bij deze regio, een woestijn met wat woestijnstammen, niet interessant. Maar toen, toen de olie ontdekt was. Toen waren ze er ineens. Gebruik gemaakt van de zwakte van de Ottomanen en van de Eerst Wereldoorlog. Gewoon deze hele regio onder elkaar verdeeld. En toen hebben veel christelijke leiders, bisschoppen, priesters, en de christelijke handelaren stom gereageerd. Ze zagen kansen voor zichzelf om hun (handels) positie te versterken door te collaboreren met de bezetters. Dat heeft wel woede gewekt bij de meerderheid van de bevolking, en veelal zijn ze het blijven doen, collaboreren met de bezetter.”
„Er is dus een politiek-sociale reactie op christenen die te makkelijk aansluiting zoeken bij westerse dominante landen. En die landen hebben de christenen hier ook verleid zich helemaal op hen te richten. „De moderniteit” werd vaak met geweld opgelegd, en de reactie daartegen is afweer van de overheersing.”
Ik vraag hem naar Turkiije, of hij daar iets van weet, wat daar nu speelt.
„ISIS heeft het me verteld. Ze krijgen veel hulp van Erdogan. Geld, wapens. En trouwens, iedereen weet dit, al die landen rond Syrië. Waarom helpt hij ISIS? De Koerden zijn de enigen die stevig vechten tegen ISIS, en de vijand van mijn vijand is mijn vriend. Dat is het ene. Daarom ook ging Erdogan weer tegen de Koerden ook in eigen land vechten toen de Koerdische inzet tegen ISIS relevant werd.
Maar er is meer. Julie moeten goed weten dat de moslims in Turkije, in Syrië, in Libanon vroom zijn, traditioneel. Maar ze zijn niet fanatiek. Ze zijn meestal zachtmoedig. Erdogan wil geen traditionele islam, al zegt hij dat. Erdogan ijvert voor een fanatieke islam. Dat is zijn inzet.
En nogmaals, de ISIS-mensen hebben het me verteld, dat ze hulp krijgen van Erdogan. Erdogan denkt slim te zijn, hij buit de geografische positie van Turkije optimaal uit om zijn macht te vergroten. Hij speelt een gevaarlijk spel.
Maar ik denk dat hij het op den duur niet zal halen, want de moslims in deze regio houden niet van fanatisme. Als de Turken eenmaal doorkrijgen wie Erdogan is, zal hij aanhang verliezen. In Turkije kan het overigens nog heel zwaar worden, want Erdogan is alle wetten zo aan het veranderen dat zijn macht bijna onaantastbaar gaat worden.”
„In deze regio is er nu veel concurrentie tussen Soennieten en Sjieieten. En Erdogan is dan nog met zijn eigen machtspel bezig. Die concurrentie nu is deel van het grote politiek-economische spel dat zich sinds een eeuw hier afspeelt. Er waren wel eens spanningen en conflicten tussen die groepen, maar dat was niet echt bepalend voor het leven in deze regio. Nu lijkt het een enorme rol te gaan spelen. Een geo-politieke strijd tussen Iran aan de ene kant (sjieieten) en Saoudi-Arabië aan de andere kant. Formeel Soennieten, waar het is daar het Wahabisme dat bepalend is.”
„Saoedi-Arabië deed lange tijd helemaal niet mee aan dat spel. Die waren hun eigen wereld, die hebben Mekka en Medina, wat moet je dan nog meer.”
„In 1991 hebben de VS Saoedi-Arabië erbij gehaald, toen ze de oorlog tegen Irak wilden inzetten. Iran was het land dat als eerste echt in opstand kwam tegen de koloniale moderniteit. dat keerde zich tegen het westen. Toen Saddam Hoessein een oorlog tegen Iran begon, omdat hij de grote leider van de Arabische wereld wilde worden, liet men hem begaan en werd hij intensief bewapend door het westen. maar irak kon de oorlog niet winnen en in 1988 stopte die. Dat kwam het westen niet uit, ze hadden gehoopt op de overwinning door Saddam Hoessein. Hij werd nutteloos. Maar hij ging in zijn hoogmoet wel een paar dingen doen die de VS niet beviel. Dus zijn inval in Koeweit werd een mooie reden om hem aan te pakken. Daar werd Saoedie-Arabië in de strijd betrokken, en werd het langzaamaan een soort strijd tussen Iran en Saoedi-Arabië, wie de grootste zal zijn in dit gebied.”
„Erdogan dus, denkt Erdogan. Je kunt het als godsdienstoorlogen duiden, maar dan zie je over het hoofd dat economie en macht de grote factoren zijn in dit soort spel. En dan kunnen Allah en God en Jezus en de profeet Mohammed en Democratie en Vrijheid allemaal de legitimaties zijn die de kar moeten trekken. Profeet Ali.”
„Het is heel gevaarlijk, wat er gaande is hier. Ik praat niets goed. Maar elke verkeerde inschatting leidt tot fouten die het nog erger maken. Jij mag denken wat je wilt. Jouw vrienden ook. Maar mensen in het westen die invloed hebben, die kunnen door verkeerde inschattingen verhinderen dat we er hier nog uitkomen. Of erger, ze kunnen het verder laten exploderen. Daarom heb ik tot mijn missie gemaakt om te verhelderen wat hier allemaal door elkaar speelt. Willen we hier weer tot vrede met elkaar kunnen komen, moeten de christenen in de VS en Europa in ieder geval stoppen met dat spel van „vervolgde christenen”.
„Hier, onder ISIS, zijn de Jezidi’s de echte slachtoffers. En de Sjieieten. Binnen het gebied dat zij beheersen ook de Soennieten die niet hun fanatisme overnemen.”
„Maar Assad is hier voor ons Syriërs erger dan ISIS. Daarom moet je nog niet ISIS tot vriend verklaren. Of, als je tegen ISIS bent, nog niet Assad tot vriend verklaren. Of als je Iran niet wenst, Saoedi-Arabië tot vriend nemen. Dan koester je al gauw een adder tegen je borst.”
„Jezus zei het ons: sluw als een slang”. Die stem van Jezus werd opgetekend door een groepje christenen die in dat Romeinse Rijk, en dan hier tussen allerlei stammen, leefden als kleine minderheid. Ook nog vervolgd toen, door de Synagoge, zover ze in Jeruzalem leefden. Dat advies van Jezus moet natuurlijk niet een president van de Verenigde Staten, of van Frankrijk, overnemen. dan krijgt het een andere betekenis.”
En dan zijn Jacques en ik samen het eten aan het voorbereiden. Friederike en Jens zijn (weer, derde maal in deze dagen )op jacht naar hun verblijfsvergunning. Die moet elk jaar worden verlengd. En dat is altijd bureaucratie. En er staan altijd lange rijen.
Gister heeft Jens een uniform gesproken, dat hem de weg kan verkorten. Met alle soorten gasten hier ook nog, is hij zo’n drie weken per jaar op die burelen…
Jacques vraagt mij wat we zullen eten, maar dat hud ik af: Syrische en Iraakse keuken geniet ik graag, maar advies vind ik niet op zijn laatst. Hij mag moj het domme werk laten doen, uien snijden en zo. En ik kijk toe als hij een speciale saus maakt van sojapasta. Syrische keuken? vraag ik. „Jawel, nee eigenlijk Aleppo. Keuken van Aleppo. Hij glimlacht.
Hij os helemaal een man van voortdurend glimlachen. En langzaam spreken. En moeizaam lopen, soms. Zijn rug is denk ik ongeveer een puinbak. Terwijl hij verder het eten voorbereid, maak ik het gasfornuis schoon. Mijn bescheiden bijdrage in deze tent.