2017. april. Zr. Jumna. Een dominicanes die ik ken sinds 2003 in Mosul. Zij was degene die bij mijn eerste bezoek aan Kirkuk vroeg: „Wat kom je hier doen?” De vraag was niet vrij van agressie. Ik was heel even stil, en toen zei ik: „Als jullie hier kunnen leven, kan ik hier ook leven.” Ze was tevreden met het antwoord en sleepte me in haar autootje naar alle plekken waar vluchtelingen waren ondergebracht. Telkens als ze erheen ging, om wat te brengen, om te troosten, moest ik mee.
Voordat ze gaat rijden sloeg ze altijd een kruis. Ik zei een keer, het is vooral belangrijk dat je goed rijdt. Ze lachte, en zei toen: „Maar hier vertrouwen we toch vooral op God.”
Toen ik eergisteren meteen na de viering ’s middags door haar ontvoerd werd voor een kopje thee bij hen thuis, bleek een kruis niet meer genoeg. Met de twee andere zusters in de auto baden ze een lang gebed, en als ik goed heb gehoord werd vooral Maria aangeroepen. Altijddurende bijstand vermoed ik.
Zuster Jumna is het met me eens. Nu Caracosh vrij is, zij komt ook uit dat stadje, zijn de vluchtelingen nerveus, of depressief. De gevechten om Mosul zijn langzaam vorderend, en de burgers zijn gegijzeld door ISIS. Gister was er een bericht van een zevenjarig meisje dat haar benen is kwijtgeraakt. Het is hier dagelijks het hoofdthema op tv, hoe Mosul vordert. Dus, de vluchtelingen/ontheemden weten, dat ze straks (wanneer?) terug kunnen/moeten. Maar wanneer? Hoe zal het zijn? Wat treffen ze aan? De meesten weten al dat er niet veel meer is. Dus toch maar gauw nog even over de Middellandse Zee naar Europa? Kan dat nog, zou iedereen me willen vragen. Maar er is weinig hoop, er is vooral onzekerheid, en dus vragen ze ook mij niet meer. Dat is de sfeer.
Bisschop Mirkis is nu op alle fronten bezig te werken aan hoop voor deze mensen en dit land. Zuster Jumna deelt ook mijn mening, dat er een stevige leiding zal nodig zijn voor dat proces van terugkeren en herstarten, en zij meent dat die leiding van buiten moet komen. „Want we hebben zoveel kleine kerken, en die zijn onder elkaar verdeeld. Ook de priesters en de bisschoppen hebben zeer verschillende meningen. Ik denk niet dat iemand zich wil gaan laten leiden door een man van een andere kerk. Ieder zijn eigen sjeik. Dus dat gaat een groot probleem worden. Iemand van buiten. Misschien Pater Jean Jacques Perenne, een Franse dominicaan uit Caïro, kent deze streek, kent de taal. Hij zou moeten gaan luisteren naar iedereen, op alle niveaus, en dan zien hoe het verder moet. Maar ik denk niet dat dat iemand van ons kan, daarvoor zijn we juist als christenen te veel verdeeld.”
Ze is stellig. Bisschop Mirkis zal daar een ander verhaal over geven. Ze zijn het erover eens dat dit nu de grote vragen gaan worden, er moet nu gewerkt worden om op toekomst, wat het ook wordt, voorbereid te zijn. Maar Mirkis denkt dat ze het zelf moeten doen, ook al kent hij het probleem van binnenuit. Lang niet iedereen vindt verstandig wat hij zegt, dat zegt hij me lachend.